Al toen ik mijn sleutel in het sleutelgat stak, zag ik dat er iets goed fout zat. De deur, halfopen en gebarsten, hing los aan zijn scharnieren. Ik schoof hem krakend over de opgekrulde mat en keek naar binnen. Op de trap lag languit gestrekt een dode papegaai: fel groen en fel rood: klaarblijkelijk naar beneden gerold door de dikke laag stof. De lokale krant naast de mat was van maanden terug. Ik liet de deur terugglijden en maakte entree. Met mijn hand losjes om de vuile bruine houten leuning liep ik naar boven. Grijs vaal licht van de overloop gooide een strakke afdruk op de bruin beschimmelde muur naast de trap. Ik maakte de schemerige halve draai en liep de gang in. Her en der op de grond lagen aardappelen en uien. Sommige witte wortels hadden door de gaten in het oudblauwe tapijt de kloven tussen de planken gevonden.
De deur van mijn kamer stond op een kier. Mintgroen licht wierp een straal over de hobbelige grond. Uit de kier kwam een dikke zoete sigarenlucht. Ik liep naar de deur en duwde die zachtjes open. Mijn ogen moesten even wennen aan het felle groen. Een loodzwaar rookgordijn hing over mijn spullen. Het eerste dat me opviel was dat mijn planten dood waren. Toen zag ik op mijn bank een vrouw zitten. Ze was verschrikkelijk dik, had helblond haar en een felle rode jurk. Ze graaide in een grote bak met kersen, maar stopte direct toen ze me zag. De grond om haar heen was bedekt met half opgerookte sigarenpeuken. Haar tong bevochtigde haar dikke rommelig rood gestifte lippen. Ze lachte: ‘Daar ben je eindelijk! Welkom thuis!’ zei ze met een schore bromstem.
-‘Is dit thuis?’ vroeg ik verbaasd.
Ze knikte terwijl ze aan de knopen van haar corset begon te friemelen. Haar jurk sprong knappend open, terwijl witte stukken lichaam het groene licht in floepten. Ze ging onhandig liggen en trok haar lange beige onderboek over haar grote rode hakken.
-“Kom maar, het is goed: je bent eindelijk voor altijd thuis” gromde ze zacht.
Ik zette mijn tas op de grond en liep op haar toe. Terwijl ik mijn jas uittrok en mijn broek openknoopte begon ik alles te snappen. En met alles, bedoel ik in dit geval ook werkelijk alles.
Illustratie: Stella Zwaan