26 maart 2016 | 20:30 | Zakkendragershuisje | Rotterdam Delfshaven | Voorstraat 13 | Kaarten €12,50 | Reserveer hier | Of via: 010-4781675 Op dezelfde avond is er een acoustisch optreden met lange haren en gitaren van de band: “The Janissaries.” Eenmansvoorstelling met muziek, verhalen en poezie Gelukkige liefde bestaat →
“Mag ik eens een balletje opgooien?” vroeg Driek speels. -“Maak van je hart geen moordkuil!” antwoordde Klazien, terwijl ze haar punnikklos liet zakken. Ook Hilda keek van haar haakwerkje op en wachtte op wat Driek zeggen ging. -“Hoelang kennen wij elkaar nu al?” -“Och Driek, dat is al zo’n tijd! →
Victor was al van jongs af aan gefascineerd door het overwinnen van zijn angsten. Toen hij drie was had zijn moeder hem gezegd dat de oven ‘au’ was. Niet veel later drukte hij zijn wang tegen het glimmende glas. Het litteken zat er nog. Toen hij twaalf was belandde hij →
“Het glas is bijna halfvol” zei ze zacht terwijl ze in haar wijn staarde. Ik wachtte of er meer kwam, maar daar bleef het bij. -“Bijna halfvol?” vroeg ik. Ze keek omhoog: “meer kan ik er niet van maken.” Haar ogen bleven in de mijne hangen en ze haalde haar →
Iedere avond, behalve op zondag, ga ik om precies kwart over acht sigaretten kopen. Niet omdat ik rook, of de gedachte een avond zonder sigaretten te zitten mij schrik aanjaagt. Sinds verslavingen uit de mode zijn heb ik er geen meer. En zeg nu zelf, de regelmaat en precisie waarmee →
“Ik ga hem aanspreken.” -“Doe dat maar, het moest er eens van komen.” Waldemar kwam vlug uit zijn stoel omhoog. Hij rechtte zijn rug en kuchte in zijn hand. Hij keek naar Eilert die hem een bemoedigend knikje gaf. Weifelend en een tikkeltje zenuwachtig liep hij naar de andere kant →
Al toen ik mijn sleutel in het sleutelgat stak, zag ik dat er iets goed fout zat. De deur, halfopen en gebarsten, hing los aan zijn scharnieren. Ik schoof hem krakend over de opgekrulde mat en keek naar binnen. Op de trap lag languit gestrekt een dode papegaai: fel groen →
Johan stond hijgend tegen de deur waardoor hij zojuist binnen was gekomen. Zijn gezicht was rood en bezweet. Aan de andere kant van de kamer zag hij haar zitten. Ze keek hem met grote bruine ogen aan. Johan lachte: “Eindelijk daar ben ik weer. Maak je geen zorgen, alles is →
“Waarom ben je zo, geeltand?” We stonden stil op het busstation in Oude-Tonge. Zojuist waren drie middelbare scholieren ingestapt, waarschijnlijk eerstejaars. Een opgemaakt meisje met lang blond haar, een stoere jongen met heel veel gel en een bleek jongetje met een brilletje. Hij zag er uit alsof hij in groep →
“Zeg jongen laat jij een snor staan?” -“Nee oma, ik scheer me gewoon niet zo vaak.” -”O, sa sa. Ja, de jonge mensen doen wat ze willen tegenwoordig” Een oud heertje schuifelt traag de kamer binnen: “Kan ik hier zitten?” -”Nee, hier zijn geen zusters” antwoordt mijn oma resoluut. De →
Oma Innemee zat stil in de hoek van de kamer. Ze luisterde naar haar bijeengekomen kibbelende familie: “Hier kan ze niet blijven, ze zal naar een verzorgingstehuis moeten.” -“Dat kunnen we dan mooi van de boedel betalen en de rest verdelen we vast. Zij heeft nu toch niets meer nodig.” →
Soms drink je omdat je je rot voelt. Zo niet mijn gesprekspartner! Alles ging hem voor de wind. Hij had sinds kort zangles en ging waarschijnlijk aan de opleiding tot yogaleraar beginnen. -“Ik ben altijd een verstandsmens geweest, maar nu ben ik mijn gevoel aan het ontdekken. Dat vind ik →
Er was veel volk op de begrafenis van het kind dat ik heb doodgereden. Veel volk, maar weinig mensen. Ze stonden schouder aan schouder, buik aan rug om het gat in de grond gedromd. De nette zwarte wollen jassen maakten een zacht schurend geluid wanneer ze tegen elkaar wreven. Zo →