Monthly Archives: March 2010

Ritme

Uit de kou, in het warme hol
Geheel gevuld met blikken beats
De haren los, de glazen vol
En verder niets, maar dan ook niet

Door zalig en sereen te zijn
Bevangen, bedwelmd, bezeten
Opeengepakt en één te zijn
Het alleen zijn te vergeten

O, vrij vervoerende muziek
Overschreeuw met harde slagen
De tand des tijds en de tragiek

Het tikken van de klok, het knagen
En doorbreekt in je ritmiek
Het ritme van de lege dagen!

Geeltand

“Waarom ben je zo, geeltand?”
We stonden stil op het busstation in Oude-Tonge. Zojuist waren drie middelbare scholieren ingestapt, waarschijnlijk eerstejaars. Een opgemaakt meisje met lang blond haar, een stoere jongen met heel veel gel en een bleek jongetje met een brilletje. Hij zag er uit alsof hij in groep zes of zeven van de basisschool zat, nog lang niet op de middelbare school. Schuin kon ik in zijn schriftje kijken waarin hij direct was gaan tekenen. Pritstiften: heel veel lachende, pratende, fietsende en noem maar oppende Pritstiften.

-“Jij bent echt dom, geeltand. Je bent lelijk. Met je vieze kankertanden, ga naar de hoeren joh!” zei het meisje met steeds de nadruk op het meest beledigende woord.
-“Waarom ben je zo? Is je moeder een hoer, en ook een geeltand?”
Het jongetje bleef aandachtig doorkleuren. Wanneer een lijntje hem niet beviel, dan gumde hij het zorgvuldig uit.
-“Geeltand je bek staat scheef!”
-“Nee, ze zijn niet scheef” zei het jongetje met een hoge stem.
“Laat zien dan vieze homo!”
Het jongetje draaide zich gedwee om en toonde zijn tanden. Het meisje keek aandachtig.
-“Nee inderdaad niet scheef, maar wel geel en vies. Gadverdamme je stinkt! Ga je tanden poetsen joh viezerik!”

De bus reed het station uit en ik keek naar de grote huizen voorbij het busstation. De huizen maakten plaats voor akkers en de akkers voor de Grevelingen. Ik schrok op toen het meisje weer schreeuwde: “Hé lelijke geeltand!”
De stoere jongen die tot dusverre stil was geweest zei: “Bij ons thuis krijg je voor iedere keer dat je wordt uitgescholden een euro van degene die dat doet.”
Het meisje draaide zich om: “Voor iedere keer een euro? Zo geeltand, als jij een euro zou krijgen voor iedere keer dat je wordt uitgescholden op school dan zou jij wel miljonair zijn hè?”
Het jongetje keek op van zijn Pritstiften en staarde over zijn bril heen. Hij keek in de verte en er verscheen een bitter lachje op zijn gezicht: “Zo ja, dan zou ik wel miljonair zijn” zei hij zacht.
Het meisje beindigde zijn droom snel: “Hou je bek smerige geeltand!”
Het jongetje ging snel verder met zijn Pritstiften, dit keer eentje die een sigaret aan het roken was. Het meisje begon te zingen: “geeltand, homo, viezerik, kankerjong, hoerenjong.” steeds nieuwe variaties op het bekende thema, tot ze even later alle drie uitstapten.

Thuis bedacht ik wat ik had moeten zeggen tegen het meisje. Toen ze de bus uitliep had ik haar kort staande moeten houden om heel zacht te zeggen: “Weet je: toen ik zo oud was als jij heb ik ook heel veel mensen heel erg uitgescholden. En weet je dat ik daar nu veel meer spijt van heb dan je je ooit kan voorstellen?”
Maar dat heb ik niet gedaan, dus buiten kreeg hij nog een paar schoppen voordat ik weer met de bus doorreed.

©Roelof Viervant